Aansluiting Master-GZ

Hoe kun je een directe doorstroom van studenten van de masteropleiding naar de GZ-opleiding zo goed mogelijk vormgeven? De projectgroep Aansluiting Master-GZ onderzoekt op welke manier de directe doorstroom kwalitatief en zo doelmatig mogelijk realiseerbaar is. Hierin wordt ook onderzocht wat de meest duurzame oplossing zal zijn. Aandachtspunten zijn bijvoorbeeld een optimale inrichting van de leerlijnen en inrichting van praktijkstages zodat de masterfase en de vervolgopleiding (en specialistische vervolgopleiding) goed op elkaar aansluiten.

Resultaat

  1. Een implementatieplan voor de directe aansluiting tussen de universitaire master en de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog. In het implementatieplan zal aandacht zijn voor hoe je om kunt gaan met master psychologen die wachten op opleidingsplaatsen.
  2. Naast het implementatieplan voor de logistieke aansluiting (MLA) wordt er ook een product opgeleverd over een eventuele doorontwikkeling naar een geïntegreerde aansluiting (GA) (of variant met tweejarige master), het draagvlak en de voordelen.
  3. Een implementeerbare gefaseerde en getrapte selectieprocedure voor de directe aansluiting die zowel kwantitatieve als kwalitatieve aspecten in zich heeft. De selectieprocedure voorziet in een passende instroom van het aantal studenten om voldoende gezondheidszorgpsychologen op te leiden noodzakelijk voor goede zorgverlening. Ook zorgt deze procedure ervoor dat studenten geselecteerd worden die waarschijnlijk de benodigde competenties kunnen verwerven.

Samenstelling

prof.dr. Agneta Fischer

Namens DSW en voorzitter

prof.dr. Anneloes van Baar

Namens het HCO-GZ

prof.dr. Arnoud Arntz

Namens de opleidingsrechts-personen

Chaya Boonstede

Namens de Kamer BIG Opleidelingen NIP

prof.dr. Ger Keijsers

Namens het HCO-KP en KNP

drs. Hester den Hartog

Namens de Nederlandse ggz (brancheoganisaties)

dr. Jorg Huijding

Namens de Kamer Pedagogiek

drs. Maaike Laurant

Namens de P-opleiders

dr. Petra Hurks

Namens de Kamer Psychologie

Saskia de Koning

Namens de P-opleiders

drs. Corry den Rooijen

Projectleider AMG

Contact

Heb je vragen over het programma? Stuur een mail naar het programmasecretariaat.

Q&A Aansluiting Master-GZ

Er komt een directe aansluiting tussen de universitaire master en de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog. Uitgangspunt is een tussenliggende periode van maximaal zes maanden. Een implementeerbare gefaseerde en getrapte selectieprocedure maakt hier deel van uit.

Een optimale aansluiting draagt duurzaam bij aan toekomstbestendige psychologische vervolgopleidingen. Aanpassingen kunnen bovendien ook op de kortere termijn leiden tot vermindering van tekorten in de geestelijke gezondheidszorg.

De leerlijnen stippelen een route uit voor het uitbouwen van kennis en inzicht, waardoor het mogelijk is om vorderingen beter te monitoren. De samenwerking tussen universiteit en praktijkopleidingsinstelling moet een ononderbroken route in de leercurve borgen. Programma’s sluiten nu vaak onvoldoende op elkaar aan, mede door de enorme tijd die er regelmatig zit tussen master en GZ-opleiding.

Er komt een implementatieplan voor de directe aansluiting met een vergelijking tussen de logistieke aansluiting en de geïntegreerde aansluiting. Daarnaast wordt een selectieprocedure met kwantitatieve en kwalitatieve aspecten opgeleverd.

Dat de nieuwe Gz-psychologen jonger zijn heeft diverse gevolgen. Zo zal bijvoorbeeld de werkbegeleiding aangepast moeten worden. Daar wordt binnen het project zeker over nagedacht. Uit de ervaringen met ‘directe doorstromers’ in Nijmegen blijkt dat een directe doorstroming in de eerste drie maanden extra werkbegeleiding vraagt. Dit ligt met name op het gebied van ‘bekend raken met de organisatie’, daarna zijn er geen verschillen merkbaar. Uiteraard hoort er ook een passende financiering bij meer werkbegeleiding. Tegelijkertijd wordt in Programma APV ook voorgesteld om de masterstage en praktijkplekken in de gz-opleiding meer op elkaar te gaan laten sluiten. Bijvoorbeeld doordat p- of praktijkopleiders meer betrokkenheid krijgen bij de stageplaatsen.

Een ander verwacht gevolg van jongere Gz-psychologen is dat de doorstroming naar de KP-opleiding vergemakkelijkt wordt en daarmee toeneemt; zie voor meer informatie het rapport Instroom specialisten.

Het opleidingsplan is opgesteld vanuit de bestuurlijke afspraak dat er een directe aansluiting komt tussen master- en gz-opleiding. In die situatie zijn de PioG’s inderdaad jonger en – vergeleken met de huidige situatie, waarin masterpsychologen die de gz-opleiding willen volgen maar liefst zeven jaar moeten wachten op een opleidingsplaats – hebben ze minder ervaring als ze starten met de gz-opleiding. Aan het einde van de gz-opleiding zijn ze wel sneller op een kwalitatief hoger niveau beschikbaar voor de beroepspraktijk. Ook voor hen geldt namelijk dat ze gewoon de eindtermen moeten halen. De eisen voor het kunnen verkrijgen van het getuigschrift aan het einde van de gz-opleiding veranderen door de directe aansluiting dus niet.

De situatie dat een masterpsycholoog een aantal jaren in de praktijk werkt voordat hij aan de gz-opleiding kan beginnen is onwenselijk, zo is vastgesteld in bestuurlijke akkoorden. De afgestudeerde masterpsychologen die de Gz-opleiding gaan volgen zullen over het algemeen inderdaad jonger zijn, maar ze krijgen van het begin af aan in ieder geval altijd voldoende goede begeleiding. Een goede ontwikkeling vraagt om verzorging. Deze verzorging wordt in dit geval het best geboden door een goede aansluitende beroepsopleiding.  Deze begeleiding is als voorwaarde opgenomen in het advies.

Dat mensen op jonge leeftijd keuzes moeten maken, is helaas niet anders maar ook weer niet veel anders dan bij andere studies het geval is.

Op een aantal plekken in het land, onder meer in Nijmegen, wordt al een aantal jaren gewerkt met een directe aansluiting tussen master en gz-opleiding. Uit die ervaringen blijkt dat er bij een directe aansluiting gedurende de eerste drie maanden extra werkbegeleiding nodig is. Daarna is er echter weinig tot geen verschil met degenen die al enkele jaren werkervaring hebben opgedaan.

Een doorlopende leerlijn biedt daarbij veel meer mogelijkheid om de stage in de masterfase en de daarna volgende fase van werkervaring opdoen in de gz-opleiding op elkaar te kunnen laten aansluiten.

Selectie

De universiteit en de praktijkopleidingsinstelling selecteren samen. In het implementatieplan adviseren we een gezamenlijke selectie, waarbij de werkwijze per universiteit wordt bepaald, in afstemming met de praktijkopleidingsinstellingen. Dit zal gebeuren met heldere criteria, waarbij zowel kennis als vaardigheden de belangrijkste uitgangspunten zijn.

Studenten die niet worden toegelaten tot de selectieve master, zullen moeten uitwijken naar een andere master. Ze krijgen daarna nog één kans om toegelaten te worden.

Voor mensen die een researchmaster volgen, of andere zijinstromers, geldt dat zij gewoon in de gz-opleiding kunnen instromen, op voorwaarde dat ze aan de gestelde vooropleidingsvereisten voldoen.

Het is de bedoeling dat een nog nader te bepalen percentage aan opleidingsplaatsen beschikbaar zal worden gesteld voor deze groep.

Studenten die worden afgewezen zullen een andere master(differentiatie) moeten kiezen. Voor deze studenten zouden naast het al bestaande aanbod ook mastertracks op het gebied van preventie, onderzoek, leefstijl, beleid of communicatie in de gezondheidszorg kunnen worden ingericht.

De universiteit selecteert, in afstemming met de praktijkopleidingsinstellingen. Dus zoveel mogelijk samen, waarbij er formeel een verantwoordelijkheid bij de universiteit ligt.

De werkgroep selectie heeft in fase 1 een advies uitgebracht voor een systematiek, waarin gefaseerd en getrapt wordt geselecteerd. Het gaat hier om een implementeerbare, gefaseerde en getrapte selectieprocedure voor de directe aansluiting die zowel kwantitatieve als kwalitatieve aspecten in zich heeft. Deze selectieprocedure voorziet in een passende instroom van het aantal studenten om voldoende gezondheidszorgpsychologen op te leiden. Deze procedure leidt tot een selectie van die studenten die meest waarschijnlijk de benodigde competenties kunnen verwerven om succesvol te zijn.

Praktijkstage

Deze periode wordt in het advies opgenomen om een kader mee te geven. Daarbij gaat dit om parttime praktijkstages waarbij de student ook nog cursussen volgt op de universiteit. De eis is nu al dat een stage fulltime 5 maanden duurt. In de praktijk zal blijken hoe zich dit op verschillende plaatsen ontwikkelt, waarbij ruimte is voor couleur locale.

In Nijmegen werd tijdens de regiobijeenkomst aangegeven dat daar een stage van vijf maanden geldt. Dit is krap maar haalbaar, omdat de studenten voor die tijd al gespreksvaardigheden hebben gehad en een hele diagnostische cyclus hebben doorlopen.

In het implementatieplan adviseren we om bachelorstudenten kennis te laten maken met het toekomstige werkveld. De universiteiten kunnen hierin zelf keuzes maken in welke vorm zij dit willen doen. Bijvoorbeeld door middel van snuffelstages.

In het implementatieplan adviseren we meerdere startmomenten per jaar. In verschillende regio’s start de masteropleiding – naast in september – ook op een tweede moment in het jaar. In verschillende regio’s zijn de start van de opleiding tot gz-psycholoog en het afsluiten van de masteropleiding al op elkaar afgestemd. Overigens zit tussen september en januari een periode van vier maanden, die goed gebruikt kan worden om de start van de gz-opleiding door de individuele kandidaat voor te bereiden.

Gevolgen voor al werkzame psychologen

Formeel behoren uitspraken over de capaciteit en masterpsychologen die ingezet worden in de zorg niet tot de opdracht van APV. Echter zal een aantal aandachtspunten meegenomen worden voor de implementatie van APV en een overgangsfase worden voorgesteld.

De aansluiting Master-Gz is een lange termijnadvies met een aanzienlijke overgangsperiode. Als randvoorwaarde wordt in het advies opgenomen dat er een adequate oplossing moet komen voor de masterpsychologen die nu werkzaam zijn in het veld en die in aanmerking komen voor een Gz-opleiding. Dat betekent in ieder geval dat de huidige opleiding in zijn huidige vorm ook nog een tijd zal blijven bestaan. De aansluitingsvariant zal in de loop der jaren in omvang toenemen, terwijl de huidige opleiding zal afnemen. Daarnaast kan de EVC-procedure, onder de voorwaarde dat die wordt voortgezet, hier ook een voor een deel een antwoord op zijn.

Nee, op dit moment is voor Programma APV het uitgangspunt dat orthopedagogen niet zijn uitgesloten van de Gz-opleiding.  APV hanteert de huidige wet- en regelgeving als vertrekpunt van de plannen.

Opleidingsplaatsen

De opleidingscapaciteit moet aansluiten bij de behoefte in de zorg. Er wordt nu veel werk gedaan door de circa 6000 (waarschijnlijk meer) niet gekwalificeerde en niet op geschiktheid getoetste masterpsychologen. Het Capaciteitsorgaan is een onafhankelijk orgaan dat voor een aantal jaren de hoeveelheid benodigde GZ-psychologen en specialisten op basis van te verwachten zorgvragen raamt. Op basis van die raming wordt vastgesteld hoeveel GZ-psychologen kunnen worden opgeleid.

Universiteiten of praktijkinstellingen hebben hier geen invloed op.

Dat weten we niet. Het aantal Gz-opleidingsplekken wordt bepaald door de vraag in de zorg. Het Capaciteitsorgaan beraamt dat en gewoonlijk volgt VWS dit ramingsadvies. Echter het afgelopen jaar helaas niet. De Opleidingsraad maakt zich momenteel hard voor meer Gz-opleidingsplaatsen. Lees er meer over in dit nieuwsbericht.

EVC

Op dit moment loopt er een EVC-pilot. De EVC-pilot is geen onderdeel van het huidige Programma APV, maar belegd bij een aparte, daarvoor in het leven geroepen stichting. De evaluatie van de pilot is gedaan en de rapportage ervan in voorbereiding. Duidelijk is wel dat de pilot aanleiding geeft tot verlenging, die dan ook door de stichting wordt voorbereid. Ga voor de laatste ontwikkelingen naar de website van Stichting EVC: https://evcvoorpsychologen.nl

Andere thema's

Governance & Samenwerkings-verbanden

Professionalisering Psychologische Vervolgopleidingen

Thema's 2020-2021